Jeanette Prins stelt in haar onderzoek een simpele maar krachtige vraag: wat gebeurt er met kinderen die de verbinding met de natuur verliezen? Haar antwoord is zowel confronterend als hoopvol. Prins toont aan dat deze verbinding niet alleen essentieel is voor het welzijn van kinderen, maar ook voor de samenleving als geheel. Wanneer kinderen de natuur niet ervaren, missen ze een belangrijke bouwsteen voor hun persoonlijke ontwikkeling. Maar wanneer ze wél de kans krijgen om de natuur te voelen en te beleven, opent zich een wereld vol mogelijkheden – een wereld waarin ze leren over zichzelf, anderen en de planeet.
Prins’ werk laat zien dat natuurervaringen bijdragen aan de emotionele, sociale en cognitieve ontwikkeling van kinderen. Ze leren samenwerken door het bouwen van hutten, ontwikkelen creativiteit tijdens het spelen in de modder en ervaren rust en reflectie tijdens een wandeling tussen de bomen. Dit zijn geen luxe ervaringen, maar fundamentele elementen van gezond opgroeien.
De natuur als leeromgeving
Prins benadrukt dat kinderen in de natuur anders leren dan in een klaslokaal. De natuur biedt vrijheid en stimuleert nieuwsgierigheid. Het kind bepaalt zelf het tempo, ontdekt spelenderwijs en leert door te doen. Of het nu gaat om het observeren van een insect, het planten van een zaadje of het voelen van gras onder hun blote voeten, elk moment in de natuur draagt bij aan een gevoel van verbinding.
Ze wijst ook op de ‘verstoorde natuurrelatie’ die veel kinderen vandaag ervaren, vooral in steden. In plaats van buiten te spelen, groeien ze op in een wereld van schermen en stenen. Ze weten niet meer hoe ze een vogel kunnen herkennen of wat het verschil is tussen een eik en een esdoorn. Dit verlies aan kennis gaat hand in hand met een verlies aan zintuiglijke ervaringen en een verminderd vermogen om tot rust te komen.
De Stad Uit: Prins’ inzichten in de praktijk
De Stad Uit neemt Prins’ analyse als inspiratiebron. In 2025 bieden we een programma dat kinderen de kans geeft om de natuur te ervaren op een manier die echt binnenkomt. Op het Rotterdamse platteland ervaren ze hoe boeren werken, ze ontdekken onze biodiversiteit in natuurgebieden en ervaren ze hoe het voelt om in een groene omgeving te zijn.
Ons programma sluit naadloos aan bij Prins’ visie. De kinderen:
Ontdekken waar hun eten vandaan komt. Ze helpen met het plukken van appels, het boter leren maken of of een paddenstoelensafari.
Leren door te doen. Of het nu gaat om , windrichtingen verkennen, bomen ontdekken en eb en vloed– ze gebruiken hun handen én hun hoofd.
Voelen de rust van de natuur. Tijdens wandelingen leren ze luisteren naar de geluiden om hen heen en ontdekken ze hoe stilte een krachtig effect heeft op hun welzijn.
Waarom dit belangrijk is
Prins’ werk is een wake-upcall voor iedereen die met kinderen werkt. Als we willen dat kinderen zich ontwikkelen tot zelfbewuste, veerkrachtige en verantwoordelijke volwassenen, moeten we hen de natuur laten ervaren. Niet in de vorm van een theoretische les, maar als een fysieke, zintuiglijke ervaring.
De Stad Uit zet deze visie om in actie. In 2025 bieden we scholen, welzijnsorganisaties en gezinnen de kans om kinderen mee te nemen naar het platteland. Hier worden ze even losgekoppeld van de stad en verbonden met iets wat groter is dan henzelf. Het is een cadeau dat ze hun hele leven met zich meedragen.
Een uitnodiging aan Rotterdamse scholen en welzijn instellingen
Laten we samen bouwen aan een toekomst waarin kinderen de natuur weer leren voelen, beleven en begrijpen. Zoals Jeanette Prins zegt: “De natuur is niet alleen een plek om te zijn, maar een plek om te worden.” In 2025 nodigt De Stad Uit jullie uit om deze visie werkelijkheid te maken. Samen kunnen we kinderen laten groeien, met de natuur als hun grootste leermeester.
Doe mee in 2025 en ontdek hoe krachtig een dag in het groen kan zijn.